Tagarchief: opstelling

Van alleen naar samen

Een korte blog op zoek naar verbinding
Ik was op een studiedag voor een groot schoolbestuur uit Groningen. De workshop was om op een laagdrempelige manier systemisch werken te introduceren.
Als ik deze vraag krijg, steek ik de workshop altijd in dat we kennis in ons lijf hebben, waarop we kunnen vertrouwen.
In het onderwijs praten we veel aan tafel. Dat levert vaak dezelfde gesprekken op (patroonherhaling). Door het gesprek visueel ruimtelijk te maken (met opstellingen) komen er andere inzichten en dus ook andere taal naar voren (patroondoorbreking).
In de workshop laat ik de deelnemers, na een korte introductie of kleine oefening, eerst een situatie schematisch tekenen. Met een beperkt aantal elementen. Deze tekening bespreken ze kort met een andere deelnemer. De volgend stap is dat ze in 5-of 6-tallen de situatie van 2D naar 3D vertalen. Soms doe ik voor hoe een opstelling gaat, als dat nodig is. Een processchema helpt de deelnemers door de opstelling in. De vraaginbrenger is de opsteller en begeleider zelf:
1. Neem afstand van de opstelling: wat neem je waar?
2. Ga langs elk element: wat neem je op deze plek waar? Hoe sta je ten opzichte van de andere elementen
3. Oogst en reflecteer: wat heb je als vraaginbrenger/begeleider gezien?
4. Stel dat je een element kan veranderen: welke is dat?
5. Voor wie is er iets veranderd? Beter, anders, gelijk, slechter?
6. Ga langs elk element: wat neem je op deze plek waar? Hoe sta je ten opzichte van de andere elementen
7. Sluit de opstelling af en oogst: welk inzicht neem je mee?

creator3

Een van de deelnemers had een situatie ingebracht waarbij ze wel contact had met de leerling maar niet met collega’s en ouders. Deze laatste twee stonden afgewend van de leraar en het kind. Het was zichtbaar en voelbaar dat de leraar zich alleen voelde staan. De leraar had haar leidinggevende niet opgesteld, zodat ook zijzelf geen bedding had en alleen stond.
Het benoemen van “Het lijkt erop, dat je alleen staat” was tegelijkertijd het belangrijkste inzicht van de opstelling. Het gaf haar direct zowel ruimte door te erkennen dat dit ook zo in praktijk was, dat ze met hernieuwde energie de opstelling stopte. Ze twijfelde nog of ze eerst met de ouder of eerst met de collega’s verbinding kon maken. Ze voelde dat het de collega’s waren. Toen de collega’s gedraaid waren en de deelnemer kon aankijken, stond zij direct sterker.
Ze wist wat haar te doen stond: verbinding maken…..

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Uncategorized

Lastig leerlinggedrag? Benaderen vanuit eigen kracht!

Eind oktober 2013 is er een systemische werkplaats onderwijs. Een plek om onderwijsvraagstukken te onderzoeken vanuit systemisch perspectief. Centraal thema van de systemisch werkplaats is: lastige leerling, lastige klas!? Daarbij onderzoeken we de plek van ‘agens’ en ‘communio’. Agens staat voor mannelijke doelgerichte, begrenzende energie en communio staat voor vrouwelijke, verbindende energie.

Een mannelijk docent Wiskunde uit het voortgezet onderwijs wil graag weten hoe hij met een lastige jongen in de klas kan omgaan. In de opstelling stellen we elementen op voor de docent, voor agens, voor communio en voor de lastige leerling.
In het begin van de opstelling heeft de docent geen contact met de leerling. De leerling staat afgewend. De elementen voor agens en communio zijn ook niet verbonden. De docent kijkt in de rug van communio.
Agens en de leerling willen een beweging maken en bewegen uit elkaar met de ruggen naar elkaar toe. Communio gaat door de hurken

De docent maakt contact met agens en kan vanuit de positie de leerling zien. Nu is de leerling geinteresseerd in de docent en draait zich naar de docent toe. De afstand blijft hetzelfde.
Daarna hebben we de opstelling afgebroken omdat de docent genoeg had gezien.

Systemische analyse
In dit geval was de docent uit verbinding met de leerling. De mannelijke docent was in eerste instantie verbonden met de vrouwelijke energie. Toen leek er geen interesse te zijn vanuit de leerling. Pas toen de docent contact maakte met het mannelijke stuk van zichzelf, kon hij verbinding maken met de leerling (m).

Reactie van de docent:”Ik heb afgelopen week met de klas waar deze leerling in zat een “systemische les” gehouden. Een paar oefeningetjes over erbij horen en de plek in de klas. De volgende dag kreeg ik van de leerling die we opgesteld hebben een high five.”

Wil je meer weten over de systemische werkplaats onderwijs, laat dan een commentaar achter.

2 reacties

Opgeslagen onder Uncategorized

Een nieuwe didactiek? Hoe is afscheid genomen van de oude didactiek?

Op 24 april organiseerden Babette Meijer en ik een eerste bijeenkomst systemisch werken en onderwijs. Wij hadden ons eigen netwerk uitgenodigd en een oproep gedaan via Linkedin en via de Crowd. De reacties waren enthousiast. Deelnemers waren docenten en leidinggevenden in het onderwijs. Om deelnemers die nog geen ervaring hebben met systemisch werken, is het handig om eerst een aantal oefeningen te doen, om te ervaren wat het is. Een ordeningsoefening brengt altijd inzicht teweeg in een van de systemische wetten. Deelnemers aan de workshop gaan op volgorde bijv. hoe lang zij werkzaam zijn in het onderwijs. De oudste vooraan, degene met het kortste arbeidsverleden achteraan. Dit geeft mensen direct een gevoel van een plek in de groep. We vragen altijd hoe de deelnemers daar staan. “Ik ben nu eindelijk niet eens een keer de jongste” was een reactie.

Daarna bracht een van de docenten een vraag in om vanuit systemisch perspectief te bekijken. De vraag ging over: waarom reageren de leerlingen niet op mijn activerende didactiek? De docente gaf les op een middelbare school in Amsterdam-West. Zij wilde graag haar leerlingen activeren dmv een activerende didactiek, maar haar leerlingen reageerden daar eigenlijk niet of nauwelijks op. Ze wilde uitzoeken waarom de leerlingen niet reageerden op de activerende didactiek én ze wilde een oplossing, die zij zou kunnen presenteren aan de interne onderwijscommissie.
We selecteerden de elementen uit het inleidende interview. De docente koos: zichzelf, de onderwijscommissie, de activerende didactiek en de leerling. Als representant koos zij een man voor zichzelf en plaatste deze centraal in het midden. De activerende didactiek rechts van haar en de leerling met de rug naar de docente toe op een aantal meter afstand van haar. De onderwijscommissie stond (letterlijk) aan de rand van de opstelling links van de docente.

Bij een rondgang langs de opgestelde representanten bleek dat de docente zelf “omver geduwd” werd door de didactiek. De didactiek voelde zich erg groot en de leerling had geen contact met de elementen. De onderwijscommissie deed niet mee. Deze commissie bleek uit een deel kartrekkers te bestaan en een deel cynici. We stelden een ander element op en plaatste deze naast de docente. Zij kwam nu meer in evenwicht doordat een deel van de onderwijscommissie naast haar stond.
De leerling wilde niet omdraaien, ik vroeg hem toch naar de docente en de didactiek om te draaien.
Toen kwam er contact tussen hem en de didactiek. Deze laatstgenoemde besefte echter, dat ze heel groot was.

Hier braken we de opstelling af. Aanknopingspunt voor de docente was, dat zij met een deel van de onderwijscommissie aan de slag moest.

Systemisch commentaar na afloop bij de nabespreking leverde geen nieuwe inzichten op. Er lagen nog wel een aantal open eindjes, die te ver voerde om uit te zoeken. Deze betekenis van deze opstelling was namelijk groter dan de school zelf.
Mogelijk onderzoeksvragen:
– waar was de leerling op gefocussed? Op de oude didactiek?
– was van de oude didactiek goed afscheid genomen?
– representeerde de didactiek de nieuwe ontwikkelingen vanuit Finland, Australië en Canada?
– wat was de rol van de onderwijscommissie? Aan wie of wat is zij loyaal?
– wat is de plek van de leidinggevende in het geheel?
– speelde cultuur van de leerling nog een rol?

Kortom: genoeg om verder uit te zoeken, waar geen tijd voor was.

Na de opstelling hebben we nog een aantal mini-oefeningen gedaan. Maak contact met je diepste waarde en de vier posities.

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder systemisch waarnemen

Systemisch werken aan een professionele cultuur

Een interim-schoolleider vroeg mij om een bijdrage te leveren aan de professionele cultuur van de school. Zij was zelf al bezig geweest met aanspreekcultuur, erkende ongelijkheid etc. Bij de intake vroeg ik naar belangrijke gebeurtenissen uit het verleden. Het bleek, dat de school vanaf de oprichting een schoolleider had gehad, die een ‘verdeel-en-heers’ stijl van leidinggeven had. In systemisch taalgebruik gaat dit over (willekeurig) buitensluiten van leraren. Uiteindelijk was dit geescaleerd met het team, mede door tegenvallende resultaten van de school. De schoolleider werd op non-actief gesteld en de interim-schoolleider aangesteld.
De interim had al een aantal onderwijskundige interventies gedaan rondom aanspreekcultuur, maar het kwam niet echt los. Na mijn eigen introductie besloot ik met het team te starten met een openingsvorm: wat is je plek in het team? Waar sta je?
Heel eenvoudig: in het gymlokaal een wit blaadje op de grond, dat het team van de school representeert. De vraag die daarbij hoort: als het witte blaadje het team vertegenwoordigt, waar sta jij dan?
Binnen een halve minuut (!) stond er een cirkel om het witte blaadje heen, alle leraren op dezelfde afstand van het team. Wat betekent dit?
Ik heb eerst rond de cirkel gelopen. Er was geen ingang. Een cirkel heeft als kenmerk, dat het geen begin en geen eind heeft: iedereen is gelijk. Systemisch gezien, klopt dat niet, want er is altijd een ordening (op ancienniteit, op wie het langst in dienst is etc.). Ik moest afgaan op wat ik had waargenomen bij het proces van het gaan staan rondom het witte blaadje en op kleine details letten. Het viel me op, dat er een van de leraren met een van de  voeten naar buiten en een van de voeten naar binnen gedraaid  stond. Ik gaf mijn observatie terug. Zij beaamde dat ze altijd contact wil houden met de buitenwereld. Zo subtiel kan het dus zijn. Ik ging een aantal leraren af om te vragen hoe ze in de cirkel staan. Begrippen als: betrokken, wij zijn een team etc. kwamen naar voren. Een van de opmerkingen was ook: door ons verleden zijn we een hecht team geworden. Wij houden elkaar (figuurlijk) vast tegen de (oud-)directeur.

Als systemisch begeleider heb ik geen oordeel. Er is wat er is, en er is een oorzaak waardoor deze dynamiek zo ontstaan is. Alleen: een professionele cultuur kenmerkt zich door erkende ongelijkheid. In een cirkel is dat onmogelijk. Ik besloot de spanning op te gaan voeren door enkele leraren buiten de cirkel te plaatsen. Daarmee test ik het systeem. Wat gebeurt er? “Ik sta nu te ver weg”, was het antwoord. Andere test was door juist teamleden dichterbij het witte blaadje te plaatsen. “Te dichtbij, ik heb nu geen contact meer met mijn collega’s”. In systemische taal: binding is er wel, maar dit was een bijna verstikkende binding.
De vraag die nu volgt, bleek cruciaal voor het ordeningsproces: wat heb je nodig om op een andere plek te staan? Op basis van deze vraag waren de leraren een half uur zonder begeleiding met elkaar in gesprek, wat nodig was en welke behoeftes er werkelijk liggen binnen het team. Er ontstond ruimte voor het individu binnen het team, zonder de binding te verliezen. Er mocht eigenheid van teamleden zijn, individuele kwaliteiten konden worden gezien en erkend. Dat luchtte veel leraren op en leidde tot ontspanning.
Uit het onderlinge gesprek bleken ook onvervulde verlangens (ambitie om taalcoordinator te worden bijv.) vanuit het verleden te zijn. De oud-directeur had nooit leraren toegestaan te kunnen groeien. Daar bleek verdriet over te zijn. De leraren wilden nl. wel graag hun kwaliteiten inzetten voor het team en daarmee de erkende ongelijkheid realiseren.
Na een half uur waren de leraren klaar met uitwisselen. Het viel op, dat er een grote mate van erkenning van elkaars kwaliteiten was.

Om de erkenning van de ordening te bestendigen deed ik een ordeningsoefening. Om de leraren te respecteren, die het langst in dienst waren, te erkennen in hun verleden, vroeg ik hen vooraan in een hoefijzervorm te gaan staan. Degene die het laatst in dienst was, stond op de laatste plek in de hoefijzer. Twee leraren twijfelden en gaven aan, dat er een gat van 5 jaar tussen hen in zat. Wat was er in die tijd gebeurd? Het was een moeilijke periode in de school met veel ontslagen. Stoelen werden binnengebracht om de oud-collega’s een plek te geven. De stoelen representeerden de ontslagen leraren. Het ging allemaal heel precies, met veel gevoel voor ordening. Ook deze actie leidde tot ontspanning in het team. En, een belangrijk signaal aan het team was: alles mag gezien worden. Opvallend was dat ook de oud-directeur een plek kreeg, ondanks dat zij voor een angstcultuur had gezorgd. “Zij heeft ons gebracht, waar we nu staan”, was de mening van het team.

Als begeleider liet ik ruimte voor de verhalen vanuit het verleden, omdat deze de professionele cultuur nog in de weg stonden. Daarna kon dat ook afgerond worden en vooruit gekeken worden naar de toekomst. Ik merkte dat er veel energie was om aan de slag te gaan met de toekomst. Om dat te kunnen formuleren liet ik de leraren afsluiten met een brief aan zichzelf, waarin de onvervulde verlangens positief werden vertaald naar ‘wat is mijn bijdrage aan het team en welke plek neem ik dan in?’
De brieven staan centraal in het komende functioneringsgesprek met de interim-schoolleider.

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder systemisch waarnemen